Klokkenluidersgilde

Dragen zorg voor het luiden van de ‘Grameer’ op kerkelijke hoogfeestdagen.

Ontstaan 
Tijdens de nieuwjaarsreceptie in 1959 bij de Deken Mgr. P.J.M. Jenneskens onstond het idee om een eigen klokkenluidersgide voor de Sint Servaas in het leven te roepen. Dit mede ook met oog op kostenreductie aangezien mensen ingehuurd moesten worden om de 'Grameer' te luiden. De gilde, dat de naam Sint Monulf en Gondulf ​​​​​​draagt, telt moment ongeveer 20 mannen die op kerkelijke hoogfeestdagen de 'Grameer' laten luiden. 

De 'Grameer'
De klok van de Sint Servaas Basiliek kent een lange geschiedenis. Op 21 juni 1515 zag het Henric van Veldekeplein zwart van de mensen: de nieuwe grote luidklok van de Sint Servaas werd gegoten en in de speciaal daarvoor gebouwde middentoren in het westwerk van de Sint Servaaskerk gehangen. Een behoorlijke klus aangezien de klok maar liefst 6600 kilo woog. Ruim vier en een halve eeuw later mocht de Servatiusklok met pensioen gaan, want door een opgelopen barst in 1850 was haar stem en klank gebroken. Van de Maastrichtenaren kreeg ze de liefkozend benaming 'Grameer' (grootmoeder). Haar 'opvolger' werd mede mogelijk gemaakt door de Maastrichtse bevolking en de opbrengst van het Preuvenemint in 1983. De 'Grameer 2.0' hangt tot op de dag van vandaag in de zuidtoren in het Westwerk. 

Luiden van de klok 
De klok wordt slechts enkele keren per jaar geluid door het gilde waaronder op 13 mei (Sint Servaasdag), 16 juli (feestdag Monulfus en Gondulfus) en bij bijzondere kerkelijke gelegenheden zoals na het overlijden van een paus. Het luiden van de klok wordt voorafgegaan door een speciaal voor die gelegenheid geschreven gebed.